Wat is de betekenis van sluisdeur?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sluisdeur

sluisdeur - zelfstandig naamwoord uitspraak: sluis-deur 1. deur in een sluis ♢ toen de sluisdeuren open waren, voeren we de sluis in Zelfstandig naamwoord: sluis-deur de sluisdeur de slu...

2024-04-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

sluisdeur

sluisdeur - Deuren van schutsluizen of van sluizen waarmee men de waterstroom in rivieren of andere waterlopen regelt.

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

sluisdeur

draaideur van sluis.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sluisdeur

s., slûs-, slús-, syl(s)doar.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUISDEUR

v. (-en), beweegbare waterkering van een sluis.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sluisdeur

v. sluisdeuren (grote draaideur ener sluis).

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Sluisdeur

Beweegbare waterkeering van een → sluis. De meest voorkomende typen zijn: → puntdeuren, welke paarsgewijze voorkomen en draaibaar om een nabij de sluismuren gelegen verticale as; → hefdeuren, welke in verticale richting bewegen; rol- en schuifdeuren, welke in zijdelingsche richting bewegen. Minder gebruikelijk is de klapdeur, draaiba...

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)