Wat is de betekenis van sluipweg?

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sluipweg

sluipweg - zelfstandig naamwoord uitspraak: sluip-weg 1. minder drukke weg, die gebruikt wordt om de drukte van de hoofdweg te mijden ♢ ik weet een sluipweg naar de Efteling waardoor je er veel sneller bent Zelfstandig naamwoord: sluip-weg...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sluipweg

s., glûpwei.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUIPWEG

m. (-en), 1. heimelijke weg; 2. fig. ter aanduiding van slinkse streken, listen, oneerlijke middelen : zijn doel op sluipwegen trachten te naderen ; zich met sluipwegen ophouden.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sluipweg

m. sluipwegen (heimelijke weg; fig. in het meerv. listen, oneerlijke middelen): langs sluipwegen zijn doel bereiken.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sluipweg

m. (-en) 1. Eig. geheime, verborgen weg. 2. Metf. oneerlijk middel, slinkse streek.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten