Wat is de betekenis van SLUIMERING?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLUIMERING

v., het sluimeren; dutje.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sluimering

s., slom(mer), slûm(er), slomme, slûme, dûze, dodze.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sluimering

v. sluimeringen (lichte slaap).

2025-07-17
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-17
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)