Wat is de betekenis van slimmeling?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

slimmeling

(1913) (sch.) slimmerd. • Woorden als pandeling en loteling zijn ongetwijfeld jong. Van enkeling weten wij, dat Siegenbeek het niet in gebruik vond, maar voorsloeg het te maken, als geschikte verdietsching van het begrip dat door het lat. singuli wordt uitgedrukt2); tegenwoordig gebruikt iedereen het. Nieuw zijn bewusteling, listeling, slimmel...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLIMMELING

m. (-en), slimmerd (met gedachte aan doortraptheid): politieke slimmelingen.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slimmeling

m. slimmelingen (min. slimmerd): politieke slimmelingen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slimmeling

m. (-en) doortrapte slimmerd.

Gerelateerde zoekopdrachten