slijkmossel
(1972) (Oostende, scheldw.) man zonder ballen; slappeling; doetje. Vgl. mossel*. • Sliekmussel: ruggegraatloze man, man zonder wilskracht, slappeling; ook : zak. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)
Marc De Coster (2020-2024)
(1972) (Oostende, scheldw.) man zonder ballen; slappeling; doetje. Vgl. mossel*. • Sliekmussel: ruggegraatloze man, man zonder wilskracht, slappeling; ook : zak. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: