Wat is de betekenis van slijkmossel?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

slijkmossel

(1972) (Oostende, scheldw.) man zonder ballen; slappeling; doetje. Vgl. mossel*. • Sliekmussel: ruggegraatloze man, man zonder wilskracht, slappeling; ook : zak. (Roland Desnerck: Oostends woordenboek. 1972)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLIJKMOSSEL

v. (-s), slijkgaper.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slijkmossel

v. (-en, -s) slijkgaper.