Wat is de betekenis van Sliding?

2024-04-28
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

sliding

(zelfstandig naamwoord) glij(d)er, glijmanoeuvre, glijbeweging glij(d)stang; glij(d)bankje

2024-04-28
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Sliding

Sliding - (Eng.) het maken van een glijdende beweging om een tegenspeler de bal voor de voeten weg te nemen. In het Engelse jargon spreekt men ook wel van een split tackle. Vgl. Fr. tacle glisé. Toen ging een van hen door, een Belgische sliding, hij liet zich vallen. Penalty. - Sport 80 5.5.1983 ​

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Sliding

[Eng., van to slide = glijden] (voetbal) het zich met de voeten vooruit over de grond laten glijden om de tegenstander de bal te ontnemen; (roeien) beweegbare zitbank (vgl. Du. Rollsitz = rolzitting).

2024-04-28
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

sliding

[Eng. slaai'ding], sport: 1. het over een rail rollende zitbankje waarop de roeier zich in de moderne wedstrijdboten heen en weer beweegt; 2. bij het voetbal de glijbeweging waarmee een speler de bal voor de voeten van zijn tegenstander wegwerkt.

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Sliding

op rails heen en weer gaand zitbankje, vooral in roeibootje.

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

sliding

glijdend; glij-, schuif-; sliding rule, rekenliniaal; sliding scale, beweeglijke, veranderlijke (loon)schaal; sliding seat, glijbank(je); sliding valve, schuifklep.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLIDING

(<Eng.), m. (-s), een op rails heen en weer glijdend zitbankje, speciaal in raceboten, dienend om de slag van de roeier langer te maken.

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Sliding

→ Roeisport.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Sliding

('slaiding) m. l-s) [Eng.] heen en weer glijdend bankje in een roeiboot om de slag van de roeier langer te maken.