Wat is de betekenis van SLICHTEN?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SLICHTEN

(slichtte, heeft geslicht), 1. gelijk-, gladmaken: leder slichten; de vellen, de huiden slichten, ontvlezen, afwrijven of afschaven; 2. (wev.) pappen, de kettingdraden van een weefsel met een lijmige pap bestrijken om ze glad te maken; 3. slechten, afgraven: de koppen der zandstuivingen slichten; 4. slechten, beslechten.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slichten

slichtte, h. geslicht (verwant met slechten: glad of effen maken): de huiden ontvlezen; het leer slichten, afschaven.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slichten

('slichtən) (slichtte, heeft geslicht) slechten.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLICHTEN

SLICHTEN - (slichtte, heeft geslicht), gelijk, gladmaken : leder slichten, de vellen, de huiden slichten, ontvleezen ; afwrijven of afschaven ; — (wev.) pappen, de kettingdraden van een weefsel met eene lijmige pap bestrijken om ze glad te maken ; de koppen der zandstuivingen slichten, slechten, gelijkmaken, afgraven; — (fig.) slechten...