Wat is de betekenis van slavin?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

slavin

slavin - zelfstandig naamwoord uitspraak: sla-vin 1. vrouw die een ander dient en niet over haar eigen leven mag beschikken ♢ hij gebruikt die vrouw als zijn slavin Zelfstandig naamwoord: sla-vin de slavin ...

2024-04-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

slavin

vroulike slaaf.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Slavin

s., slavin(ne).

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Slavin

v. (-nen), 1. vrouw die aan een meester in eigendom toebehoort, vrouwelijke slaaf; 2. meisje of vrouw in de harde dienstbaarheid; ook in toepassing op de prostitutie: handel in blanke slavinnen.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

slavin

v. slavinnen, slavinnetje (vrouwelijke slaaf).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

slavin

(sla'vin) v. (-nen; -netje) 1. Eig. vrouwelijke lijfeigene. 2. Metf. meisje, vrouw in de dienstbaarheid van de prostitutie : handel in blanke -nen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SLAVIN

SLAVIN - v. (-nen), lijfeigene (door geboorte, verovering of aankoop); meisje of vrouw in de harde dienstbaarheid der prostitutie: handel in blanke slavinnen. SLAVINNETJE, o. (-s).