Wat is de betekenis van slaaibek, slaaismoel, slabek?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

slaaibek, slaaismoel, slabek

(1912) (Barg.) grote mond. M.b.t. iemand die veel scheldt; ruziemaker. Eigenlijk: iemand met een zeer wijde mond. Syn.: sla-emmer*. • Geldsmaàter?.... nei Neil.... dèt is 't waurd nie.... jei hep altaus fèn die serpentigheid.... jou sloabèk spoegt t'r auk alles uyt.... (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch...

Gerelateerde zoekopdrachten