Wat is de betekenis van Sjorring?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sjorring

v. (-s), (scheepst.) touw waarmee men iets vastlegt of bevestigt.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sjorring

v. sjorringen (touw, waarmee men iets vastlegt of bevestigt).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sjorring

v. (-en) 1, Eig. het sjorren. 2. Metn. touw om iets te sjorren.

2025-07-17
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Sjorring

touw, dat aan boord van schepen ter bevestiging van een of ander voorwerp dient.

2025-07-17
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Sjorring

z.n.v. - Band, vastnajing: daad, of gevolg van het binden, samentrekking van twee kabels door middel van een dunner touw. Gewone sjorring van het geschut. Sjorring van het geschut op dubbele talies. - Sjorring der stukken met koptouwen en krabbers. - Sjorring langs boord. - Sjorring met de keerbroeking of looze broeking, sjorring der karronaden, sj...

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten