Wat is de betekenis van singelband?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Singelband

m. (-en) en o. (als stofn.), 1. singel (10.). 2. sterk band door stoffeerders gebruikt.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

singelband

m. (-en) o. (als stofnaam) 1. Eig. singel (I 1). 2. Metn. sterk band door stoffeerders gebruikt, singelbewoner Vsingdl) m. (-s). singelen I (’singdldn) (singelde, heeft gesingeld) de singel (I D omdoen : een paard -. singelcn II Csingdhn) (singelde, heeft gesingeld) een single spelen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)