silly
(bijvoeglijk naamwoord) onnozel, sullig
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. onnozel, dom, dwaas, kinderachtig, flauw, sullig; the silly season, de slappe tijd, komkommertijd; go silly, gek worden; knock silly, bewusteloos slaan; look silly, op zijn neus kijken; II. onnozele hals, sul; don’t be a silly, wees nu niet zo onnozel (flauw).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: