Wat is de betekenis van shutter?

2025-07-16
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

shutter

(zelfstandig naamwoord) [alg.] rolluik - 's Avonds gaan de rolluiken naar beneden en verandert de gezellige winkelstraat in een doodse doorgang. [alg.] sluiter

2025-07-16
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

shutter

(de, -s), (uitspr. E: sjut’ter), 1. louvre, d.i. kantelbaar latje of kantelbare glazen strip uit een aantal waarvan een schutterraam is samengesteld. Na het schuifraam en de luiken ontstond er een derde soort raamvulling: de beweegbare houten louvres of shutters (Volders 29). De glazen shutters in de ramen, het glas in de deuren zijn een nieu...

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

shutter

I. 1. sluiter; 2. sluiting [v. kiektoestel]; 3. luik, blind; put the shutters up, de luiken voorzetten; fig sluiten, opdoeken; II. de luiken zetten voor.