shutter
(zelfstandig naamwoord) [alg.] rolluik - 's Avonds gaan de rolluiken naar beneden en verandert de gezellige winkelstraat in een doodse doorgang. [alg.] sluiter
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(zelfstandig naamwoord) [alg.] rolluik - 's Avonds gaan de rolluiken naar beneden en verandert de gezellige winkelstraat in een doodse doorgang. [alg.] sluiter
J. van Donselaar (1936)
(de, -s), (uitspr. E: sjut’ter), 1. louvre, d.i. kantelbaar latje of kantelbare glazen strip uit een aantal waarvan een schutterraam is samengesteld. Na het schuifraam en de luiken ontstond er een derde soort raamvulling: de beweegbare houten louvres of shutters (Volders 29). De glazen shutters in de ramen, het glas in de deuren zijn een nieu...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. 1. sluiter; 2. sluiting [v. kiektoestel]; 3. luik, blind; put the shutters up, de luiken voorzetten; fig sluiten, opdoeken; II. de luiken zetten voor.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: