show
(zelfstandig naamwoord) [alg.] voorstelling, vertoning; tentoonstelling, uitstalling; demonstratie, presentatie; spektakel - De trouwe viervoeters worden uitgebreid gewassen en geborsteld voor de hondententoonstelling. - Een adembenemend vuurwerkspektakel vormde de afsluiting van het festival. - Op modepresentaties tonen modellen de allernieuwste...