Wat is de betekenis van shorthand?

2024-04-30
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

shorthand

(zelfstandig naamwoord) [alg.] stenografie, steno - Ik had mijn dictafoon vergeten, maar ik heb steno geleerd, zodat ik haar woorden woordelijk kon optekenen. [alg.] afkorting, verkorte weergave, compact §

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Shorthand

[Eng.] stenografie.

2024-04-30
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

shorthand

I. stenographic, kort-, snelschrift; in shorthand, stenographisch; II. stenographisch; shorthand typist, stenotypist(e); shorthand writer, stenograaf.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

shorthand

(sjort-haend) (Eng.) o. kort-, snelschrift, stenografie.

2024-04-30
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

shorthand

(Eng.), o. stenografie.

2024-04-30
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Shorthand

kortschrift, eng. uitdrukking voor stenographie, tegenover longhand, gewoon schrift.

Gerelateerde zoekopdrachten