Wat is de betekenis van shellshock?

2025-07-16
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

shellshock

(zelfstandig naamwoord) [alg.] beschietingstrauma, granaatschok, bomschok, de klop, frontkolder - In de Eerste Wereldoorlog liepen soldaten door de eindeloze beschietingen een bomschok op, door Vlaamse frontsoldaten 'de klop' genoemd.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

shellshock

shellshock - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) benaming voor de psychische en psychiatrische gevolgen van gebeurtenissen en ervaringen die militaire verplichtingen onmogelijk maken door objectieve symptomen (gevoelsstoornissen en bewegingsstoornissen) en subjectieve symptomen (slapeloosheid, angsttoestanden, emotionele labiliteit en h...

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Shellshock

[Eng., van shell = eig.: schaal, schelp; (mil.) granaat; zre shock] zenuwschok veroorzaakt door ontploffende granaten (of bommen).

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Shellshock

zenuwschok ten gevolge van hevig granaatvuur

2025-07-16
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Shellshock

zie Shock.

2025-07-16
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

shellshock

shell shock.

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Shellshock

(Eng.) i/d Wereldoorlog ontstaan woord ter aanduiding v. hysterische en neurasthenische verschijnselen bij frontsoldaten.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten