Wat is de betekenis van Sensor?

censor.

(zelfstandig naamwoord) (elektronische) voeler, aftaster, sensor [Nl.uitspr.]

sensor - zelfstandig naamwoord uitspraak: sen-sor 1. apparaat dat iets kan waarnemen en daar vervolgens op reageren ♢ deze kraan heeft een sensor: als je je handen eronder houdt, komt er water uit Zelfstandig naamwoord: sen-sor ...

Zintuig.

Ontvanger. Op de televisie zit bijvoorbeeld een sensor die de infrarode stralen van de afstandsbediening opvangt.

[Eng., van Lat. sensus = het waarnemen, gevoel] gevoelig deel van een toestel dat door een waarneming het hele toestel inschakelt, bijv. alarminstallatie.

elektronische voeler

m. (-s, -en), voeler, het eigenlijke metende onderdeel van een meetopstelling. (e) Een sensor is het technisch analogon van een zintuig: hij neemt iets waar voor een technisch systeem. Sensoren kunnen zeer eenvoudig zijn, b.v. een temperatuuropnemer in een thermostaat, maar ook zeer ingewikkeld, b.v. een videocamera die als oog werkt voor een indus...

Gevoelig element Een eenheid, die meetbare kenmerken van een fysisch proces omzet in gegevens, die een computer kan verwerken.