Wat is de betekenis van seizoentijd?

2024-04-30
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

seizoentijd

gemeten tijdsduur op een wedstrijd van zeker seizoen. gemeten hoeveelheid tijd waarin een sporter zijn traject heeft afgelegd op een wedstrijd van een bepaald seizoen. Voorbeelden: Sighel is een typische indoorrijder, maar zijn seizoentijden geven geen enkele aanleiding tot paniek. NRC, 1995

Gerelateerde zoekopdrachten