Wat is de betekenis van scope?

2025-07-16
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

scope

(zelfstandig naamwoord) [alg.] reikwijdte, strekking, bereik - Binnen de reikwijdte van de stikstofwet zul je langzamer moeten gaan rijden. [fig.] armslag, ruimte, terrein, speelveld, speelruimte - Er is niet voldoende ruimte voor megastallen. [mil.] richtkijker, vizier - Een richtkijker op een pistool is grote onzin. Koop dan een geweer.

2025-07-16
Improving Your Writing and Speaking

Improving Your Writing and Speaking

scope

Everything that falls within the realm of a subject.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Scope

[Eng.] strekking, bereik, reikwijdte, blikveld.

2025-07-16
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

scope

Reikwijdte van de organisatieactiviteiten in termen van de dimensies van de business definition, te weten: technologie, afnemersfuncties, afnemersgroepen en het niveau in de bedrijfskolom waarop de organisatie(-eenheid) opereert.

2025-07-16
Woordenboek automatisering

Henk Biemond (1985)

Scope

Bereik Het gedeelte van een uitgangsprogramma, waarin de omschreven waarde van een variabel symbool geldig is (ASSEMBLER).

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

scope

1. oogmerk, doel; strekking; 2. (speel)ruimte, vrijheid (van beweging); 3. gezichtskring, gebied, terrein van werkzaamheid; omvang; give one ample (free, full) scope, volle vrijheid laten; within the scope of this work, binnen het bestek van dit werk.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-16
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)