schunnig
schunnig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: schun-nig 1. in strijd met de goede zeden ♢ hij vertelde een schunnig verhaal Bijvoeglijk naamwoord: schun-nig ... is schunniger dan ... het s...
Muiswerk Educatief (2017)
schunnig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: schun-nig 1. in strijd met de goede zeden ♢ hij vertelde een schunnig verhaal Bijvoeglijk naamwoord: schun-nig ... is schunniger dan ... het s...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv.; (haveloos), earmoedich, earmtlik, skurf, skibbich; (onwelvoeglijk), skabbeljeus, smoarch, goar.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. armzalig, armoedig, haveloos : schunnige kleren ; er schuimig uitzien ; 2. gemeen, onfatsoenlijk, laag: een schunnige kerel; een schunnige streek; zich schunnig aanstellen; — vuil, obsceen; 3. (gew.) schriel; — gulzig.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (1 armzalig, armelijk, haveloos; 2 tot allerlei laagheden in staat, min; 3 laf en gemeen; ook: onwelvoeglijk, schuin): 1 schunnig gekleed, min, armoedig; 2 een schunnige kerel; 3 schunnige taal.
Jozef Verschueren (1930)
('schunnəch) bn. en bw. (-er, -st) [schenden] 1. armzalig, haveloos, slordig : in haar -e huisplunje; gekleed. 2. onfatsoenlijk, onwelvoeglijk : -e taal; een -e kerel. 3. laf, gemeen : wat een antwoord!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. armzalig, armoedig, haveloos: er schunnig uitzien; 2. gemeen, minderwaardig, laag: een schunnige kerel; obsceen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: