Wat is de betekenis van SCHUIERMAKER?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schuiermaker

m. (-s), iem. die schuiers maakt.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SCHUIERMAKER

SCHUIERMAKER - m. (-s), iem. die schuiers maakt; ...PLANK, v. (-en), schuierdeel; ...PLANKJE o. (-s), een sierlijk eikenhouten plankje waarop twee schuiers hangen ; ...WAGEN, m. (-s), luiwagen; kruiwagen (der dijkwerkers); ...WINKEL, m. (-s), winkel waarin men schuiers verkoopt.

Gerelateerde zoekopdrachten