Wat is de betekenis van SCHRIKKELIJK?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schrikkelijk

adj. & adv., skriklik, eigensk, yslik, ysbaerlik, ôfgryslik.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schrikkelijk

bn. bw. (-er, -st), 1. schrik aanjagend, ijselijk, verschrikkelijk : schrikkelijke bedreigingen ; 2. (verzw.) zeer hevig, bedenkelijk, geducht: een schrikkelijke domheid ; je hoeft zo'n schrikkelijke haast niet te maken ; — ook als praedicaat of tw.: schrikkelijk! wat een stuk! — bw., op bedenkeli...

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schrikkelijk

1 bn. (schrikaanjagend; met verzwakte bet. zeer hevig, zeer bedenkelijk, zeer onaangenaam): een schrikkelijk onweer; een schrikkelijke eed; een schrikkelijke domheid; een schrikkelijke haast; 2 bw. (op zeer erge, zeer pijnlijke, zeer bedenkelijke, zeer onaangename wijze; in zeer hoge mate): hij verteert schrikkelijk veel geld, erg; het was schrikke...

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schrikkelijk

('schrikkələk) I. bn. en bw. (-er, -st) 1. schrikaanjagend, -verwekkend : die -e onzekerheid. 2. zeer bedenkelijk, zeer bedroevend, zeer onaangenaam ; een -e vergissing. II. bw. zeer erg ; rijk, onverwacht, koud.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schrikkelijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. schrik aanjagend, ijselijk, verschrikkelijk: schrikkelijke bedreigingen; 2. zeer hevig, bedenkelijk, geducht.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

SCHRIKKELIJK

SCHRIKKELIJK - bn. bw. (-er, -st), schrik aanjagend, ijselijk, verschrikkelijk: schrikkelijke bedreigingen ; — zeer, in hooge mate : hij verkwist schrikkelijk veel geld; zij is schrikkelijk leelijk. SCHRIKKELIJKHEID, v. (...heden), wat schrikkelijk is.

2024-04-28
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Schrikkelijk

zie Ijselijk.