schriftelijk
schriftelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: schrif-te-lijk 1. door te schrijven ♢ we kregen een schriftelijke toets Bijvoeglijk naamwoord: schrif-te-lijk de/het schriftelijke ... Tegenstellingen mo...
Wat is de betekenis van SCHRIFTELIJK?
Groot woordenboek der Nederlandse taal
Van Dale Uitgevers (1950)
Schriftelijk
bn. bw., 1. geschreven, in schrift (tgov. mondeling): een schriftelijk antwoord, bewijs ; schriftelijke mededelingen ; een schriftelijk examen ; schriftelijk werk, werk dat de leerlingen op schrift moeten maken ; 2. bw., in schrift, bij geschrifte: zich schriftelijk verbinden ; iem. schriftelijk antwoorden....
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal
M. J. Koenen's (1937)
schriftelijk
bn., bw. (in, op schrift): een schriftelijke belofte, schriftelijk werk; zich schriftelijk verbinden.
Modern Woordenboek
Jozef Verschueren (1930)
schriftelijk
('schriftələk) bn. en bw. in schrift: een -e belofte; een werk; zich verbinden. Tgst. mondeling.
Oosthoek Encyclopedie
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Schriftelijk
bn. en bw., geschreven, in schrift: een schriftelijk antwoord; een schriftelijk examen; schriftelijk werk, werk dat de leerlingen op schrift moeten maken, schriftelijk proefwerk.
Gerelateerde zoekopdrachten