Wat is de betekenis van Schoolopziener?

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoolopziener

s., skoal(le)-opsjenner.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoolopziener

m. (-s), iem. die, in een bep. rang, met het toezicht op lagere scholen belast is.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoolopziener

m. schoolopzieners (rijksambtenaar, belast met het toezicht op het lager onderwijs in zijn district of arrondissement).

2024-04-27
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Schoolopziener

Voor Nederland zie ➝ Lager Onderwijs (sub I E). In België wordt het toezicht van de regeering over de lagere scholen en de bewaarscholen uitgeoefend door hoofdopzieners en de kantonnale opzieners, wier bevoegdheid zich echter niet uitstrekt over het godsdienstonderwijs, dat aan geestelijke inspecteurs, welke door de hoofden van de eerediensten...

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schoolopziener

m. (—s) schoolinspekteur.

2024-04-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Schoolopziener

Het Rijksschooltoezicht bestaat, behalve uit 3 inspecteurs, uit 26 districtsschoolopzieners en 127 arrondissementsschoolopzieners. De D.S. houdt toezicht op de onderwijzers en het onderwijs, verricht administratieve bezigheden en moet door gedurige aanraking met onderwijzers, gemeentebesturen en Ged. Staten de algemeene vraagbaak zijn, het overleg...

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)