Wat is de betekenis van Schoolblijven?

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schoolblijven

v., nei-, ynbliuwe, neisitte.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoolblijven

(bleef school, heeft schoolgebleven), bij het eindigen der school niet naar huis mogen gaan, na schooltijd moeten blijven tot straf: hij moet tot één uur schoolblijven.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoolblijven

bleef school, i. schoolgebleven (in school tot straf nablijven): mijn broer moest tot vijf uur schoolblijven; als samenstelling in één woord te schrijven; evenzo: schoolgaan, schoolliggen, schoolgegaan, schoolgelegen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schoolblijven

(bleef school, heeft schoolgebleven) in school tot straf nablijven.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schoolblijven

(bleef school, heeft schoolgebleven), na schooltijd moeten blijven als straf: hij moet tot vier uur schoolblijven.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schoolblijven

Schoolblijven - (bleef school, heeft schoolgebleven), bij het eindigen der school niet naar huis mogen gaan, na schooltijd blijven tot straf: hij moet tot één uur schoolblijven.

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)