Schonen, zuiveren
(schoonde, heeft geschoond), zuiveren; (van zaden en gewassen) ontdoen van al wat er niet in of bij behoort; (van een aanplant) het verwijderen van dood en niet gewenst hout; (van een watergang) het verwijderen van ongewenste begroeiingen. Granen en zaden moeten om diverse redenen ontdaan worden van ongerechtigheden zoals stro, kaf, grond en vreemd...