Wat is de betekenis van Schoftachtig?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schoftachtig

bn. bw. (,-er, -st), gemeen, vlegelachtig, schurkachtig.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schoftachtig

bn., bw. (als een schoft III): een schoftachtige behandeling; schoftachtig handelen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schoftachtig

(‘schoftachtəch) bn. en bw. (-er, -st) als een schoft (I III)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Schoftachtig

Schoftachtig - bn. bw. (-er, -st), gemeen, vlegelachtig, schurkachtig: zich schoftachtig gedragen, aanstellen; schoftachtig iem. behandelen.

Gerelateerde zoekopdrachten