Wat is de betekenis van schoenwinkelier?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

schoenwinkelier

uitbater van een schoenwinkel. iemand die voor zijn beroep een schoenwinkel uitbaat. Voorbeelden: Van Scherrenburg kent het probleem van de schoenwinkelier: 'Die kan geen eindeloos assortiment op voorraad hebben. Hij kent weliswaar zijn klanten en speelt zo goed mogelijk in op hun wensen, maar dan zul je net zien dat die ene kla...

Gerelateerde zoekopdrachten