schijtemmer, schijthuis
(1904) (scheldw.) prostituéé; ook meer algemeen voor een (ontuchtige) vrouw. Variant op kakhuis*. Omdat iedereen erop gaat. Er wordt geassocieerd met een openbare gelegenheid (toilet). In deze betekenis reeds bij Köster Henke (De Boeventaal). Schijthuis* kan echter ook op een lafaard slaan. • Hoer, stinkende hoer, schijthuis...