Wat is de betekenis van Scheurmaker?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheurmaker

m. (-s), iem. die verdeeldheid of splitsing tussen personen verwekt, die twist in de Kerk zaait, die het gezag der Kerk verwerpt, maar (in tegenst. met ketter) de kerkelijke leerstukken blijft belijden.

2025-07-16
Jargon & Slang van Politici

Marc De Coster (2017)

Scheurmaker

Scheurmaker - politicus die verdeeldheid binnen de partij veroorzaakt. In de communistische terminologie ook: splijtzwam.

2025-07-16
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Scheurmaker

Politicus die scheuren veroorzaakt. In communistisch jargon ook ‘splijtzwam’ genoemd, die na zijn wandaden naar ‘de vuilnisbelt van de geschiedenis’ wordt verwezen.

2025-07-16
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Scheurmaker

zie Schismatiek.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheurmaker

m. scheurmakers (iem. die verdeeldheid of splitsing tussen personen verwekt, inz. iem., die zich afscheidt van de R.-K. kerk, omdat hij weigert het kerkgezag te erkennen).

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Scheurmaker

iemand, die verdeeldheid of splitsing verwekt i/e partij of kerkgenootschap, of zich daarvan afscheidt e/a opwekt om zijn voorbeeld te volgen.

2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Scheurmaker

➝ Schisma.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheurmaker

('scheur) m. (-s) persoon die scheuring verwekt vooral in godsdienstig of staatkundig opzicht.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Scheurmaker

m. (-s), iemand die verdeeldheid of splitsing tussen personen verwekt, m.n. iemand die zich afscheidt van een kerk, omdat hij het kerkgezag niet erkent.