Wat is de betekenis van scheppingsdag?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheppingsdag

m. (-en), elk der zes dagen waarop God de wereld schiep.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheppingsdag

m. (-en) een van de zes dagen waarop God schiep.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)