Schemertijd
m., tijd van de schemering; ook fig.: de schemertijd der wetenschappen, waarin haar licht begon te dagen.
Van Dale Uitgevers (1950)
m., tijd van de schemering; ook fig.: de schemertijd der wetenschappen, waarin haar licht begon te dagen.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
tijd waarin het schemert. tijd waarin bij het aanbreken van de dag vóór zonsopgang of 's avonds na zonsondergang nog een flauw, zwak licht schijnt; tijd tussen licht en donker 's morgens of 's avonds; tijd van de ochtendschemering of avondschemering; tijd waarin het schemert. Voorbeelden: In een land als...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
m. 1. Eig. vroege ochtend of avond wanneer het schemert. 2. Metf. tijd van halve, flauwe wetenschap, kunst enz.
J.H. van Dale (1898)
Schemertijd - m. vroege ochtend, vroegavond; (fig.) de schemertijd der wetenschappen, het einde der middeleeuwen; ...UUR, o. (...uren), uur der schemering : in het schemeruur wordt bij ons altijd verteld.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: