Schelms
adj. & adv., skelmsk, skarlunich.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, meest —), 1. als van een schelm, schurkachtig: een schelmse daad; 2. op overmoedige wijze grappig, guitachtig: schelmse ogen; een schelms gezicht;
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw.; schelmser, meest schelms, (schelmachtig; gunstig: grappig-plaagzuchtig; guitachtig, snaaks, als een schelmpje): een paar schelmse ogen; er schelms uitzien.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, meest -), 1. schurkachtig: een schelmse daad; 2. guitig: schelmse ogen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: