Wat is de betekenis van Scheeps?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheeps

bn., (veroud.) betrekking hebbende op een schip of op de zeevaart; geen scheeps verstaan, de taal der zeelieden niet verstaan, ook geen kennis van de scheepvaart hebben.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheeps

(sche:ps) 1. bn. Veroud. betrekking hebbend op een schip of op de scheepvaart: komt nog voor in „grootscheeps. 2. o. taal van de matrozen: geen verstaan, ook Fig. geen kennis van de scheepvaart hebben.

2024-04-28
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Scheeps

Scheeps, bn. (zeew.) betrekking hebbende op een schip of op de zeevaart; hij verstaat geen - of -ch, hij is geen ervaren zeeman. *-BED, o. (-den), hangmat, kooi. *-BEHOEFTEN, v. mv. victualiën. *-BESCHUIT, v. (-en), soort harde beschuit. *-BESCHUITBAKKER, m. (-s). *-BESTIER, *-BESTUUR, o. (...uren), besturing -, (ook) bestuurders van een...