Wat is de betekenis van Scheeloog?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Scheeloog

m. en v. (...ogen), die scheel ziet.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

scheeloog

m. en v. scheelogen (iem., die scheel ziet).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

scheeloog

('sche:l) m. en v. (...ogen) persoon die scheelziet.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Scheeloog

Scheeloog - m. en v. (-en), die scheel ziet.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)