Wat is de betekenis van Schalken?

2024-04-26
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

schalken

Drager in de vorm van een halfzuiltje of colonnet, rond, driekwart rond, peervormig van doorsnede. De Normandische romaanse bouwkunst vertoont duidelijk het al hoger opschieten van de schalk (Bernay c. 1040, St.-Etienne te Caen c. 1065). De schalk had vooral in de gotiek een onderschikte functie t.o.v. de muren en muurdragende bouwdelen. Vangt gord...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schalken

(schalkte, heeft geschalkt), (scheepst.) met wiggen of latten vastzetten, inz. presennings over luiken. Vgl. Schalmen (I).

2024-04-26
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Schalken

Het vastmaken van de dekkleeden over scheepsluiken. De schalkkleeden of presennings worden over de luiken gespannen en daaraan door middel van schalklatten en keggen vastgeklemd, tusschen de zgn. schalkklampen of haken.

2024-04-26
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Schalken

Schalken (Godfried van), een verdienstelijk Nederlandsch genreschilder, geboren te Dordrecht in 1643, was een leerling van Hoogstraaten en Dou, woonde eerst geruimen tijd in Engeland en vestigde zich daarna in den Haag, waar hij den 16den November 1705 overleed. hij muntte vooral uit op het gebied der nachtstukken, en men vindt doeken van zijne han...

2024-04-26
Vaderlandsch woordenboek

Jacobus Kok (1780)

Schalken

SCHALKEN, (GODFRIED) Dordrechtenaar, wiens Vader den post van Rektor van ’t Latijnsche School bekleedde, wierdt gebooren in den jaare 1643. Reeds in zijne vroege jeugd gaf hij blijken van een meer dan gemeen vernuft. De beoeffening der taalkennisse, tot welke hem zijn Vader zogt op te leiden, viel hem zo gemaklijk, dat hij, binnen korten tijd...