Wat is de betekenis van Schaliedekker?

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

schaliedekker

leidekker Gewoon iemand uit het volk - een Adolf Daens bijvoorbeeld, de zoon van een schaliedekker die als pater jezuïet mislukt was en als pastoor geen plaats bezat - zou hen komen verdringen, zo maar omdat hij bij ‘poll’ verkozen raakte door een hoop fabrieksarbeiders, katholiek of niet. (Louis Paul Boon, Pieter Da...

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

schaliedekker

(de, -s) leidekker. Omdat geen enkele Lebbekenaar daartoe bereid was, nam een Dendermondse schaliedekker die klus voor zijn rekening. - HN, 30-11-2002.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schaliedekker

m. (-s), leidekker; — met de schaliedekkers liggen, haarpijn hebben.