Wat is de betekenis van satiricus?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Satiricus

m. (...ci), hekeldichter; iem. die satiren schrijft of maakt.

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

satiricus

schrijver van satiren. iemand die satiren schrijft of maakt. Voorbeelden: Op de vraag hoe dat kan, zullen we bij Lucianus geen antwoord vinden. Zijn denken is namelijk even geestig als ondiep. Zoals veel satirici voor en na hem [...] is hij wel goed in het beschrijven van menselijke hebbelijkheden, maar slecht in het diagnostiseren e...

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Satiricus

[Lat. = hekeldicht betreffend] hekeldichter.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Satiricus

hekeldichter; spotter

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Satiricus

spotter; hekeldichter

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

satiricus

(Lat.) m. spotter, hekeldichter, hekelschrijver.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

satiricus

m. satirici (Lat. hekeldichter, satirisch schrijver, spotter).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

satiricus

('ti:rikus) m. (...ci) (spr. si) hekeldichter, satirisch schrijver, spotter.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Satiricus

m. (-ci), hekeldichter; iemand die satires schrijft of maakt.