Wat is de betekenis van sanitair?

sanitair - zelfstandig naamwoord uitspraak: sa-ni-tèr 1. voorwerpen die zijn aangesloten op de waterleiding en het riool ♢ de loodgieter heeft nieuw sanitair geplaatst in de badkamer Zelfstandig naamwoord: sa-ni-tèr ...

- sanitaire hulp, gezinshulp, gezinsverzorging. Kandidaten moeten in het bezit zijn van een getuigschrift bejaardenhulp of een.diploma hoger secundair beroepsonderwijs, verzorging of gezinshulp en sanitaire hulp. - HN, 05-11-2001. - sanitaire helpster, gezinshulp, gezinsverzorgster.

[Fr. sanitaire, van Lat. sanitas = gezondheid, van sanus = gezond] I. onz. zn verzamelnaam voor sanitaire artikelen (bijv.: winkel in sanitair); II. bn de gezondheid betreffend; sanitaire artikelen, alle artikelen die behoren tot de installatie van wasgelegenheden, baden, douches, toiletten (w.c.&rs...

de gezondheid betreffende; was- en badgelegenheid; sanitaire artikelen en installaties

1. de gezondheid of de gezondheidsleer betreffend; 2. de voorwerpen die behoren tot de inrichting van toiletten, badkamers e.d.

Betrekking hebbend op de hygiëne of de gezondheidszorg; in de volg. verb.: sanitair bescheid, gezondheidsverklaring (Sociaalrechtelijk Wdb. 1977, 235); sanitaire bescherming, gezondheidszorg; sanitaire (gezinshelpster, pers. die tijdelijke hulp van huishoudelijke aard verleent in gezinnen of in een inrichting: gezin...

de gezondheid of gezondheidsleer betreffend; z.nw.: sanitaire artikelen: wastafels, baden, w.c.’s.

1. op de gezondheid betrekking hebbende ; 2. speciaal de verzorging van de lozing van de uitscheidingsproducten (urine en ontlasting); van groot hygiënisch belang ter voorkoming van besmettelijke ziekten als tyfus.

...