sambalvreter
(1963) (mar.) (scheldw.) iemand van Indische afkomst. Vgl. blauwe*; rijstepikker*; slendangkikker*. • Een van die sambalvreters kwam vanmorgen klagen, dat zijn schoenen niet goed waren gepoetst!’ (Willem Wittkampf: Nader bericht ontbreekt. 1963.) • 'Allejezus,' gromde Wildschut. 'Gefeliciteerd, dronken sambalvreter.' (Harry Mulisc...