Wat is de betekenis van sakkers?

2024-04-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

sakkers

verdomd ‘Goedenavond, zegt hij, fris weertje vanavond.’ De man op de bank antwoordt niet. En waarom gebaart dit sakkerse wijf dat zij van niets weet en waarom is zij niet alleen? (Filip de Pillecyn, Hans van Malmedy) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 1 Vlaamsheid: 2

2024-04-29
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

sakkers

(bn.) vervloekt, verdomd: die sakkerse deugniet Zonder die sakkerse krampen win ik hier en niemand anders. Ik dacht aan stoppen. - HV, 04-02-2003.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Sakkers

bn., (Zuidn.) vervloekt: die sakkerse deugniet.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

sakkers

bn. (Z.-N. vervloekt).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

sakkers

('sakkərs) bn. [→ sakkeren] vervloekt: die -e deugniet.

Gerelateerde zoekopdrachten