Sajet
[Fr. sayette] bep. wollen garen (gekaard maar niet gekamd).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. en o., tot garen gesponnen wol, meestal gekaard, doch niet gekamd, waardoor het minder glad en vast is; getwijnd wollen brei- en stopgaren.
Winkler Prins (1949)
wollen breigaren voor kousen en sokken. Het wordt vóór het spinnen niet gekamd en is daardoor minder vast en glad dan het kamgaren, doch veel goedkoper.
M. J. Koenen's (1937)
v. en o. (soorten) sajetten (Fr. sayette: halfgekamd wollen garen; getwijnd breien stopgaren).
Dr. L.M. Metz (1937)
Breigaren, gesponnen van gemengde wol. De schapenvacht bestaat uit lange en korte wolharen, die men in den regel van elkaar scheidt door kammen. Van de lange wolharen maakt men kamgaren en van de korte kaardgaren. Sajet is evenwel gesponnen van ongekamde wol, zoodat het uit lange en korte wolharen bestaat. De bewerking is eenvoudiger dan het spinne...
John Kooy (1933)
garen, v. niet gekamde wol gesponnen, minder sterk dan kamgaren; gebruikt v. grove kousen, stopwerk, i/d tapijtweverij, enz.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: