Wat is de betekenis van saffie?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

saffie

1) (1906) (Barg.) sigaret. Vgl. afoe*; Amerikaan*; batserella*; blaffertje*; bukshag*; deuk*; djonko*; fens*; fumerik*; grafnagel*; heimweepiraat*; heipalen*; kankerstaaf*; kretek*; nagel* voor z'n doodskist; nicotinestaaf*; paffertje*; pafferik*; pennetje*; peuk*; pineutje*; piraatje*; poederpennetje*; rokertje*; saf*; samenetje*; sassie*; siga*;...

2024-04-29
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

saffie

(verkorting van saffiaantje), sigaretje: Ik rookte die (weggegooide) peuken op en de kleine stompjes die ik overhield, gaf ik aan andere jongens. Die vermengden de tabak dan met as en met hele fijne snippertjes hout en daar draaiden ze dan óók weer saffies van, CARMIGGELT2 38.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Saffie

(saffiaantje) sigaar of sigaret (Barg.)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Saffie

o. (-s), (Barg.) sigaret.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Saffie

o. (-s), gemeenz., sigaret.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)