Wat is de betekenis van Rustpunt?

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rustpunt

o. (-en), 1. punt waarbij men rust neemt of rusten moet: het eerste rustpunt op onze weg; inz. in de rede, bij het lezen, pauze; 2. punt, plaats waar men rust kan nemen, toevluchtsoord; plaats waar men ten slotte tot rust komt; 3. (veroud.) steunpunt; 4. plaats waar iets in rust is, b.v. een knoop van een trillende snaar.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rustpunt

o. rustpunten (punt, bepaalde plaats, waar men tijdelijk rustneemt; vast tehuis of toevluchtsoord; steunpunt, punt, waarop iets rust; punt als teken van rust, pauze; rustteken).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rustpunt

o. 1. a. Algm. punt waar men rust (11). b. Muz. pauze. 2. punt waarop iets rust (I15), steunt.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rustpunt

o. (-en), 1. punt waarbij men rust neemt of rusten moet: het eerste rustpunt op onze weg; m.n. bij het lezen, pauze; 2. toevluchtsoord; 3. steunpunt; 4. plaats waar iets in rust is, b.v. een knoop van een trillende snaar.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)