Wat is de betekenis van Rustplaats?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rustplaats

v. (-en), 1. plaats waar men uitrust op een wandeling of reis, pleisterplaats; 2. slaapplaats, nachtverblijf; — (jag.) leger van wild; 3. grafplaats, graf, inz. laatste rustplaats ; — ook de plaats der hemelse zaligheid; 4: (R.-K.) rustaltaar; 5. (bouwk.) bordes van een trap.

2025-07-17
Droom lexicon

G. Senger (1985)

Rustplaats

zie Bed.

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Rustplaats

s., rêstplak (it), -sté (it).

2025-07-17
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Rustplaats

Waarvan de laatste vaak de eerste is.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rustplaats

v. rustplaatsen (plaats, om te rusten, waar men rust: pleisterplaats, slaapplaats enz.; verbonden met laatste: kerkhof).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rustplaats

('rust) v. (-en) 1. Algm. plaats waar men rust. 2. Inz. a. plaats waar men ’s nachts rust, pleisterplaats : zijn ergens nemen, houden, b. kerkhof : de stille de van de doden; de laatste -.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rustplaats

v./m. (-en), 1. plaats waar men uitrust, pleisterplaats; 2. slaapplaats, nachtverblijf; (jagersterm) leger van wild; 3. laatste -, graf.

2025-07-17
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)