Wat is de betekenis van Rusteloosheid?

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rusteloosheid

v., 1. voortdurende bezigheid of beweging; 2. het zijn zonder innerlijke rust, ongedurigheid.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rusteloosheid

v. (voortdurende beweging, voortdurend bezig zijn; ongedurigheid): de rusteloosheid der jeugd; e. zekere rusteloosheid.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rusteloosheid

v., 1. voortdurende actie of beweging; 2. ongedurigheid.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)