Wat is de betekenis van rumoeren?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

rumoeren

Het begrip rumoeren heeft 2 verschillende betekenissen: 1) rumoer maken. 2) opschudding veroorzaken.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rumoeren

(rumoerde, heeft gerumoerd), rumoer, geraas maken; zich als rumoer doen horen: een ruzie rumoert uit de steeg.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rumoeren

rumoerde, h. gerumoerd (geraas of rumoer maken).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rumoeren

(ru'moerən) (rumoerde, heeft gerumoerd) rumoer maken.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rumoeren

(rumoerde, heeft gerumoerd), rumoer, geraas maken; zich als rumoer doen horen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Rumoeren

Rumoeren - (rumoerde, heeft gerumoerd), rumoer, geraas maken; eene ruzie rumoert uit de steeg, hoort men van verre als een luid rumoer.