Wat is de betekenis van Rubricator?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rubricator

m. (-s), kunstenaar die in de middeleeuwse handschriften en wiegedrukken de versierde beginletters aanbracht.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Rubricator

iemand die rubriceert; maker van versierde beginletters in handschriften (gesch.)

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Rubricator

schilder van (begin) letters van handschrift in M.E.

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

rubricator

m. persoon, die belast was met het aanbrengen v. rode of gekleurde letters of woorden i. d. tekst v. e. handschrift of boek.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

rubricator

m. rubricatoren, rubricators (Lat. in de middeleeuwen de man, die de grote aanvangletters in kleuren, meestal rood [ = Lat. ruber] tekende).

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Rubricator

Een kunstenaar, die in de M.E.en in de beginperiode der boekdrukkunst de opschriften, de versierde beginletters, de paragraaf- en alineateekens met rooden of blauwen inkt tusschen den tekst aanbracht.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

rubricator

→ rubrikator.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Rubricator

m. (-en, -s), kunstenaar die in de middeleeuwse handschriften en wiegedrukken de versierde beginletters aanbracht.