Wat is de betekenis van royalty?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

royalty

(zelfstandig naamwoord) [alg.] hoogheden, vorsten, blauw bloed - Bij de kroning waren uiteraard hoogheden uit andere landen te gast. [journalistiek] hofpers, adelvaria, hofverslaggeving, kroonbladen

2024-04-29
Jargon & Slang van Muzikanten

Marc De Coster (2017)

Royalty

Royalty - (Eng.) bepaald percentage van de winstopbrengst per verkochte plaat voor de componist en tekstschrijver.

2024-04-29
Theater

Gedigitaliseerd Ensie (2015)

Royalty

Royalty verwijst naar de vergoeding die een schrijver uit hoofde van zijn auteursrecht* krijgt voor elke keer dat het stuk wordt opgevoerd Het geld wordt geïnd door de uitgeverij, de literair agent of de BUMA (muziek), die het dan weer aan de schrijver geven.

2024-04-29
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

royalty

royalty - Engelse term voor een aandeel in de opbrengst. Wordt vaak gebruikt voor het deel van de opbrengsten dat muzikanten en schrijvers krijgen. Ook wel: opbrengsten die een bedrijf krijgt omdat een ander bedrijf gebruik mag maken van bijvoorbeeld een bepaald patent.

2024-04-29
Popmuziek Encyclopedie

Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)

Royalty

Percentage van de omzet van de plaatverkoop die een artiest ontvangt voor zijn medewerking aan een plaat. De hoogte van het percentage en de verdere condities liggen vastgelegd in het platencontract. Royalty is oorspronkelijk een Engelse uitdrukking voor het bedrag dat uitgevers aan schrijvers per verkocht boek betalen. Zie ook: Platencontract

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Royalty

[Eng., van OFr. roialté] lett.: koningsambt, koninklijk recht; auteurshonorarium berekend naar bep. percentage voor elk verkocht exemplaar.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Royalty

percentsgewijs honorarium; aandeel in de opbrengst; (leden van de) koninklijke familie

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Royalty

aandeel in de opbrengst van elk verkocht boek aan de auteur.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

royalty

koningschap; ’t koninklijke; (lid of leden van) de koninklijke familie; tantième, „royalty"; royalties, ook: 1. kroonprivilegiën; 2. vorstelijke personen.